Statushouders bereiden zich voor op universitaire studie: ‘Ik wil een master over duurzaamheid volgen’

Statushouders bereiden zich voor op universitaire studie: ‘Ik wil een master over duurzaamheid volgen’

In de pre-bachelor van Tilburg University ronden statushouders hun inburgering af, terwijl ze zich voorbereiden op een studie aan de universiteit. Tijdens de introductieweek leren ze elkaar kennen. ‘Een overeenkomst tussen het schoolsysteem in Nederland en Saudi-Arabië? De semesters zijn op hetzelfde moment.’

Kathelijn van Heeswijk ziet dat veel leerlingen moeten wennen aan de Nederlandse aanpak. Beeld Jack Tummers

In het atrium van het Academiagebouw zet Kathelijn van Heeswijk, projectleider en mentor van de pre-bachelor, een geïmproviseerd buffet klaar. Op een hoge tafel legt ze wraps, knäckebröd, brood en diverse soorten beleg, terwijl een collega soep in kartonnen bekertjes schenkt.

Met een glimlach verklaart Van Heeswijk het buffet ‘als geopend’. Toch aarzelen de deelnemers van de pre-bachelor in eerste instantie een beetje. De meesten kennen elkaar pas net en het ijs is duidelijk nog niet helemaal gebroken.

Nadat de jongeren zich met volle bordjes over de tafels hebben verdeeld, komen ze wat losser. Hier en daar klinkt Arabisch. Een taal waarin de meesten zich thuis voelen, maar wanneer een docent aanschuift, schakelt iedereen moeiteloos over op Engels of Nederlands.

Het is de tweede dag van hun introductieweek, die een week later begint dan de TOP Week. Dat is ook niet gek, zegt van Heeswijk. ‘Het zijn nog geen studenten. Vorig jaar hebben de meeste deelnemers het eerste deel van het taalschakeltraject doorlopen en Nederlands geleerd.

‘De pre-bachelor is het tweede deel waar ze de basisvakken volgen die nodig zijn voor een universitaire opleiding. Hiermee ronden de deelnemers ook hun inburgering af. Volgend jaar, als ze daadwerkelijk gaan studeren, zullen ze misschien meedoen aan een introductieweek zoals de TOP Week.’

Les in groepjes

Na de lunch splitst de groep in twee mentorklassen en neemt Van Heeswijk haar groep mee naar boven. Het lokaal dat ze betreden, ziet er enigszins onconventioneel uit. Geen rechttoe rechtaan opstelling met moderne schoolbanken, maar grote tafels waar groepjes rondom zitten.

Aan elke wand hangt minimaal een beamer, zodat er vanuit elke positie zicht is op een scherm. ‘Dat helpt met dynamisch lesgeven en dat is fijn met taallessen, waar mensen natuurlijk met elkaar moeten praten’, legt Van Heeswijk uit.

Van Heeswijk opent de les en spreekt in een opvallend rustig tempo, aangezien nog niet iedereen vloeiend Nederlands spreekt. ‘Jullie gaan in groepjes met elkaar in gesprek en zoeken naar verschillen en overeenkomsten in jullie schoolervaringen. Ik heb daar verschillende vragen voor opgesteld’, zegt ze, terwijl ze papiertjes met vragen uitdeelt.

Hoewel een groot deel van de leerlingen uit Syrië komt, hebben de meesten toch verschillende onderwijservaringen. De 19-jarige Najah legt uit waarom: ‘Veertien jaar geleden is de oorlog begonnen en sindsdien hebben Syriërs zich over de wereld verspreid. Ik heb zelf mijn school in Turkije doorlopen, voordat ik naar Nederland kwam.’

De in Syrië geboren Koerdische Heleen bevestigt dit en vertelt dat zij drie jaar geleden is gevlucht. Ze heeft vorig jaar in Den Helder, waar ze in een asielzoekerscentrum verbleef, een internationale schakelklas gevolgd. ‘Nu woon ik samen met mijn broer en zus in een huis in Roosendaal en hoop ik hier mijn pre-bachelor af te ronden.’ Daarna wil ze farmacie studeren.

Geen overeenkomsten

Aan het einde van de les wordt er gezamenlijk geëvalueerd. Van Heeswijk vraagt aan een meisje achter in de klas naar gelijkenissen tussen het schoolsysteem in Nederland en Syrië. ‘Die zijn er niet’, zegt ze resoluut. Een bulderlach van herkenning neemt het klaslokaal over.

Nadat de rust in het lokaal terugkeert, vraagt Van Heeswijk of iemand anders een overeenkomst kan opnoemen. Een Jemeniet die in Saudi-Arabië heeft gestudeerd, steekt zijn vinger op en krijgt de beurt. ‘De semesters zijn op hetzelfde moment.’

Onderling vertellen de leerlingen dat het onderwijs in Nederland opvallend vriendelijk en interactief is. De meesten zijn gewend om vooral stil te zitten en te luisteren naar een autoritaire docent.

Voor het eerst in negen jaar volgen meer vrouwen dan mannen de pre-bachelor. Beeld Jack Tummers

Later legt Van Heeswijk uit dat veel leerlingen aan het begin daarom moeten wennen aan de Nederlandse aanpak. ‘Vriendelijk betekent niet vrijblijvend. Dat is soms verwarrend voor hen. Deelnemers volgen het traject omdat ze dit zelf willen en daar komt dan ook een bepaalde verantwoordelijkheid bij kijken. Het duurt soms een tijdje voordat iedereen dat begrijpt.’

Meer vrouwen dan mannen

De samenstelling van de groep is ieder jaar anders. Vorig jaar waren er bijvoorbeeld veel Turkse deelnemers in het programma, vertelt Patty van Bielder, beleidsmedewerker en oprichter van het taalschakeltraject. Ook zijn mannen vaak oververtegenwoordigd, maar daar is dit jaar verandering in gekomen. ‘Voor het eerst in negen jaar zijn er meer vrouwen in het programma. Dat is een unicum’, benadrukt ze.

Volgens Van Bielder komt dat waarschijnlijk doordat gemeenten sinds kort zelf de informatie over het programma actief met statushouders delen en hen ook aanmelden. ‘In het verleden werd er verwacht dat potentiële deelnemers zelf op onderzoek uitgingen en initiatief namen. Dan zag je toch dat mannen er vaker op af kwamen.’

Dromen over de technische universiteit

Veel deelnemers dromen van de opleiding geneeskunde. ‘In veel culturen waarmee we werken hebben ouders een duidelijke voorkeur: als hun kind de capaciteiten heeft, moet het arts worden. Pas als dat niet haalbaar blijkt, wordt er naar andere opleidingen gekeken’, zegt Van Heeswijk.

Technische universiteiten zijn ook populair onder de deelnemers. De 29-jarige Marah is dit jaar de oudste deelnemer en wil graag naar de universiteit in haar woonplaats Eindhoven. ‘Ik heb al een bachelor architectuur in Syrië afgerond en gebruik het taalschakeltraject om mijn inburgering af te ronden. Daarna wil ik een master over duurzaamheid doen.’

De 22-jarige Kaan uit Turkije wil ook graag aan de Technische Universiteit Eindhoven studeren. ‘Ik had mijn bachelor Mechanical Engineering bijna afgerond in Izmir en heb zelfs een Erasmus+-uitwisseling in Italië gedaan. Ik moest uiteindelijk vluchten, omdat ik het niet eens ben met het huidige regime en het daarom in Turkije voor mij niet meer veilig is. Na dit traject wil ik weer een bachelor Mechanical Engineering volgen hier in Nederland, maar dan wel afmaken.’

Dat veel studenten niet in Tilburg, maar aan een andere universiteit een vervolgopleiding gaan doen is voor Van Heeswijk helemaal geen probleem. ‘Het is fijn als ze de pre-bachelor afmaken. Daarna zijn ze natuurlijk vrij om te gaan waar ze willen. Uiteindelijk blijft een deel van de deelnemers toch in Tilburg omdat de universiteit inmiddels als een vertrouwde plek voelt.’

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.