Paul Frissen: ‘Twintig jaar na Fortuyn bepaalt migratie nog altijd het politieke debat’
Politiek draait om meningsverschillen en de strijd die we daarover voeren,’ zegt bestuurskundige Paul Frissen. Maar wanneer populisten hun waarheid als de enige presenteren, waarschuwt hij, raakt het democratische evenwicht zoek. ‘De VVD dacht Wilders klein te houden door zijn thema’s over te nemen. Dat blijkt een vergissing.’

In tijden van politieke polarisatie lijken conflicten en scherpe meningen steeds meer het nieuws te domineren. Paul Frissen, emeritus hoogleraar bestuurskunde aan Tilburg University, houdt zich al jaren bezig met de vraag hoe de moderne staat functioneert en benadrukt dat wrijving juist een essentieel onderdeel is van een gezonde democratie. Tegelijkertijd waarschuwt hij dat populisme dat evenwicht kan ondermijnen.
Univers spreekt met Frissen over de opkomst van populisme in Nederland, de blijvende invloed van Pim Fortuyn en waarom migratie nog altijd een beladen thema blijft in de politiek.
Populisme is een woord dat overal opduikt. Wat betekent het volgens u?
‘Populisten keren zich tegen de elite, die volgens hen het volk cultureel en moreel verraden heeft. Het populisme is georganiseerd rond één leider die zichzelf als stem en belichaming van het volk presenteert. Populisten negeren bemiddeling en representatie: wat het volk wil, moet direct worden vertaald naar beleid.
‘Ze hanteren een krachtig narratief van schurk, slachtoffer en held, vaak apocalyptisch, waarin dreigingen als migratie of klimaatverandering centraal staan. Zo ontstaat een messianistische politiek die, of het nu rechts of links is, belooft het volk van ondergang te redden.’
Populistische politici zoeken bewust de confrontatie op, met harde taal en scherpe tegenstellingen. Is dat een teken van een levendige democratie of moeten we ons daar juist zorgen over maken?
‘In abstracte zin kunnen we daar inderdaad blij mee zijn, want politiek draait nu eenmaal om meningsverschillen en de strijd die we daarover voeren. Die frictie is een wezenlijk onderdeel van democratie: het laat zien dat mensen betrokken zijn en ergens voor staan.
‘Tegelijkertijd schuilt daarin ook een gevaar. De democratische rechtsstaat heeft als doel die strijd vreedzaam te houden, binnen regels, rituelen en instituties die voorkomen dat politieke tegenstellingen ontaarden in vijandschap.
‘Wanneer populisme die grenzen oprekt – door een meerderheidsstandpunt als enige waarheid te presenteren en minderheden tot zondebok te maken – komt dat vreedzame evenwicht onder druk te staan.
‘We moeten dus niet per se blij zijn met de toon en strategie van het populisme, maar wel beseffen dat conflict en spanning inherent zijn aan politiek. De uitdaging is om die strijd zó te voeren dat de democratische rechtsstaat neutraal blijft: van niemand, zonder politieke kleur. Zodra één stroming, links of rechts, die neutraliteit opeist of aantast, verliest de democratie haar open karakter.’
Pim Fortuyn wordt vaak genoemd als breekpunt in de Nederlandse politiek. Hoe heeft hij het politieke landschap veranderd?
‘Voordat Fortuyn politicus was, gaf hij vooral lezingen. Hij formuleerde een verhaal dat aansloot bij de hogere middenklasse en ondernemers, die hem als visionair zagen en als iemand die Nederland kwam redden. Tegelijkertijd was hij een opvallende persoonlijkheid: een soort moderne Oscar Wilde, die zichzelf als kunstwerk vormgaf. Zijn extraverte homoseksualiteit, zijn dandy-uitstraling met pakken, hondjes, butler en Italiaanse villa, maakte hem uniek in de politiek.
‘Aanvankelijk stond migratie niet centraal in zijn agenda, maar later verbond hij kritiek op het Paarse kabinet (PvdA, CDA en D66, red.) met maatschappelijke onvrede over migratie. Dat was deels ingegeven door zijn eigen angst voor conservatieve normen die zijn geaardheid bedreigden. Deze combinatie van persoonlijke stijl, politieke boodschap en maatschappelijk ongenoegen kreeg een definitieve electorale uitdrukking.
‘De erfenis van Fortuyn is zichtbaar in de manier waarop Geert Wilders deze thema’s verder mobiliseert: de politieke verhoudingen in Nederland zijn daardoor definitief veranderd en genormaliseerd. Nog steeds worstelen we met de effecten van die verschuiving.’

Sinds Fortuyn staat migratie onafgebroken hoog op de politieke agenda. Waarom roept juist migratie zoveel emoties op bij burgers én politici?
‘In Nederland is migratie lang gezien als iets waar we trots op konden zijn. We zagen onszelf als een chic en tolerant land, open voor nieuwkomers. Maar ondertussen diende die openheid ook economische belangen: werkgevers profiteerden van goedkope arbeid.
‘In sommige wijken leidde migratie tot grote veranderingen in de bevolkingssamenstelling, met aan beide kanten – zowel bij oorspronkelijke bewoners als bij migranten – gevoelens van vervreemding door botsende culturen.
‘Toch hebben we nooit echt een migratiepolitiek ontwikkeld en zijn politici van zowel het linker als rechter politieke spectrum tekortgeschoten om het daarover te hebben. Populisten hebben dat ongenoegen weten te mobiliseren door migratie te versmallen tot het asielvraagstuk.
‘Zo ontstaat een vacuüm waarin het populisme kan groeien. De VVD dacht Wilders bijvoorbeeld klein te houden door zijn thema’s over te nemen, maar dat blijkt een vergissing: als kiezers kunnen kiezen tussen het origineel en de kopie, kiezen ze voor het origineel.’
Gebruiken politici migratie soms als bliksemafleider voor andere problemen, zoals woningnood?
‘Ik zou daar niet direct ja op zeggen. Het ligt genuanceerder, want die thema’s lopen in de praktijk in elkaar over. In de reële ervaringen van burgers bestaat er namelijk wél een verband. Door jarenlang falend overheidsbeleid is er een groot woningtekort ontstaan. Mensen staan eindeloos op wachtlijsten en vinden geen passende woning.
‘Populistische politici weten die frustratie handig te gebruiken. Ze koppelen zulke concrete ervaringen van burgers aan hun eigen politieke agenda. Als je wilt dat migratie een speerpunt wordt, is het slim om het te verbinden aan thema’s zoals de voorrangsregeling voor statushouders. Dan is de link met asiel snel gelegd.
‘Dat is strategisch gezien slimme politiek, maar het kan een kwalijke kant krijgen. Het helpt vervolgens namelijk niet om cijfers te laten zien over hoeveel statushouders daadwerkelijk een woning krijgen. Zulke feitelijke informatie verandert weinig meer aan het emotionele beeld dat mensen al hebben gevormd.’