Het is tijd voor een rijkdomsgrens
Geld maakt niet gelukkig. Twee miljoen euro, meer heeft een mens volgens Tom Grosfeld niet nodig. Hij pleit voor een rijkdomsgrens. ‘Stel je de wereld eens voor wanneer al die miljoenen en miljarden die op bankrekeningen staan geïnvesteerd worden in zorg, onderwijs en de wetenschap.’

Het nieuwe kabinet – wat de samenstelling ook gaat worden – staat weer voor de taak om miljarden euro’s te bezuinigen. Onderwijs, zorg, de NPO: het is elke keer weer een herhaling van zetten. Paar miljoen hier, paar miljard daar. Overal kan wel wat vanaf. Waar het zelden over gaat: het instellen van een limiet op rijkdom door progressieve belastingen in te voeren die uiteindelijk oplopen tot 100 procent.
Ik moest hier een tijd geleden weer aan denken toen ik in de Volkskrant las dat Bernard Arnault, de rijkste man van Frankrijk, volledig uit zijn slof was geschoten toen hij hoorde van een nieuw voorgesteld belastingplan, namelijk: een belasting van 2 procent op vermogens boven de 100 miljoen euro. Volgens Arnault was de bedenker van dat plan een ‘extreemlinkse activist’ die de ‘Franse economie probeert te vernietigen.’
Feitje: de rijkste 1 procent van de wereldbevolking beschikt over 60 procent van het totale mondiale vermogen. De armste 60 procent over 2 procent.
Vandaar dat het goed zou zijn wanneer onze politici zich zouden inlezen in het limitarisme, de politiek-filosofische stroming die draait om de vaststelling dat rijkdom oneerlijk verdeeld is. Om die ongelijkheid te verkleinen, zou een bestaansmaximum moeten worden onderzocht. Met andere woorden: een limiet op rijkdom. Laat daar het publieke debat maar eens over losbarsten.
Ingrid Robeyns, hoogleraar Ethiek aan de Universiteit Utrecht, is de grondlegger ervan. Ze heeft allerlei goede argumenten om aan te tonen dat het totaal niet nodig is om meer dan tien miljoen euro te bezitten. Het is moreel gezien niet te verantwoorden. Je hebt het niet nodig. Je wordt er niet gelukkig van. Het is vaak oneerlijk tot stand gekomen – zie alleen hoe mensen als Jeff Bezos en Mark Zuckerberg hun fortuin via menselijke uitbuiting en belastingontwijking bij elkaar hebben gesprokkeld.
Hoeveel geld is genoeg? Ik zou zeggen: 1 à 2 miljoen. De meeste Nederlanders zijn dat met me eens. Robeyns en haar collega’s onderzochten of Nederlanders überhaupt voorstander waren van zo’n rijkdomsgrens en ook aan welk bedrag ze dan dachten. Dat was 2,2 miljoen euro. Overschrijd je dat, ben je niet alleen rijk, maar ook nog eens ‘superrijk’. Of: onnodig rijk.
Ik weet het, het is allemaal heel moeilijk in de praktijk te brengen. Dat weten zogenaamde limitaristen ook. Maar toch: je moet ergens beginnen. Als het gesprek op gang komt, kan zo’n grens in de toekomst wellicht door de politiek worden uitgerold. Bijvoorbeeld door keiharde belastingen in te voeren op vermogen, zoals in Frankrijk voorzichtig werd geopperd (maar liefst 2 procent!).
Stel je de wereld eens voor wanneer al die miljoenen en miljarden die op bankrekeningen staan van veel te rijke mensen geïnvesteerd konden worden in zorg, onderwijs, de publieke omroep, de cultuursector, de wetenschap. Misschien kunnen we zelfs Zomergasten terug op de buis halen.
Tom Grosfeld is journalist en alumnus van Tilburg University.
