Het grote aftellen
Het is zover. De tijd is gekomen. Het punt is bereikt. Afgelopen week, in de bus op weg naar de universiteit…voelde ik me voor het eerst oud. Luisterend naar een stel puisterige scholiertjes die zo’n 20 minuten spendeerden aan het klagen over het feit dat ze op die tijd (07:39) de bus moesten pakken om op school te komen besefte ik dat ik inmiddels oud genoeg was om school te kunnen waarderen.
Nou moet ik eerlijk toegeven dat ik ook niet sta te trappelen als ik om 7 uur uit bed moet om die bus van 07:39 te pakken (zeker aangezien die als een sardineblikje gevuld is met eerder genoemde vervelende –en erg zweterige- scholiertjes). Totdat ik bedenk dat ik zo’n vier á vijf uur later weer thuis kan komen om de rest van de dag voor mezelf te hebben….en dan ben ik opeens blij dat ik studeer. Helaas betekent dat wel dat de tijd voorbij is dat je aftelde naar je afstuderen. Helaas is een middagje spijbelen niet langer het hoogtepunt van de week.
Het aftellen is er nog steeds, maar gaat niet langer met plezier. Steeds sneller nadert dat papiertje dat betekent dat je de echte wereld in moet. De echte wereld die je niet langer verwelkomt maar uitspuugt nadat je op talloze sollicitaties bent geweest. De echte wereld die vers afgestudeerde mensen met het ego van net afgestudeerde mensen reduceert tot hoopjes zieligheid die beseffen dat de echte wereld helemaal zo leuk niet is.
Ouder worden is niet leuk. En het besef dat je een tijd achter je gaat moeten laten die –en dat besef je pas veel te laat, natuurlijk- de mooiste van je leven zal zijn geweest… is al helemaal niet leuk. Misschien moet ik van student zijn maar gewoon mijn beroep maken. Lekker de rest van mijn leven zeuren dat ik om 07:39 de bus moet pakken tussen de puisterige scholiertjes. Maar ondertussen genieten.