Erik-Jan Broers: ‘College geven is optreden, daarom sluit ik af met een buiging’

Erik-Jan Broers: ‘College geven is optreden, daarom sluit ik af met een buiging’

Nachtmerries, dagdromen en onvervulde wensen: in de rubriek ‘13 vragen aan’ laten studenten en wetenschappers zichzelf van een andere kant zien. Deze keer: docent rechtsgeschiedenis Erik-Jan Broers. Hij is verkozen tot Docent van het Jaar in Tilburg en daarmee ook voorgedragen voor de landelijke verkiezing.

Beeld: Jack Tummers

1. Als je geen wetenschapper was, wat zou je dan doen?

“Als kind wilde ik archeoloog worden. Indiana Jones bestond toen nog niet, maar graven in de woestijn in Egypte, dat leek me wel wat. Toen vertelde mijn vader me dat daar niet zoveel geld in zat. Eigenlijk had ik ook wel schrijver willen worden. Romans of verhalen. Ik denk dat als ik geen docent was geworden, ik romanschrijver geworden was.”

2. Waar ben je het meest trots op?

“Nu ben ik uitgeroepen tot de beste docent van de universiteit, maar hiervoor ben ik ook al vaak uitgeroepen tot beste docent van de Rechtenfaculteit. Zelfs zo vaak dat ik na de tiende keer liet weten dat ik niet meer meedeed. Toch was ik in 2018-2019 ineens weer genomineerd. Ik moest dat collegejaar een groot eerstejaars vak geven, alle hoorcolleges en werkcolleges. Omdat mijn ouders in drie dagen op een heel vervelende manier waren komen te overlijden, begon ik met achterstand aan dat vak.

Toen heb ik de knop omgezet en ben college gaan geven. Dat ik dat jaar ineens weer mee bleek te doen met de beste docent verkiezing, zonder dat ik het wist, en beste rechtendocent werd, was een verrassing. Omdat ik te emotioneel zou worden vanwege het overlijden van mijn ouders, ben ik niet naar de uitreiking gegaan. Dat trok ik niet. Maar achteraf gezien is dat de prijs waar ik het meest trots op ben.”

3. Waar dagdroom je over?

“Een huisje in Griekenland. Het liefst zelfs twee, zodat mijn vriendin er ook één heeft. Je kan zeggen ‘neem dan een groter huis’, maar dat wil ik haar niet aandoen. Dat is het, een huisje in Griekenland, aan zee, ver van de mensen, met een ouzo in de hand.”

4. Je huis staat in brand en je kunt maar één bezitting redden. Wat neem je mee?

“Een van mijn hobby’s is fotografie. Ik heb nog met analoge camera’s met filmpjes gefotografeerd. Dus ik heb veel mappen met negatieven van oude foto’s. En verder ook veel usb-sticks met de originelen van nieuwe digitale foto’s. Waarschijnlijk zou ik in die brand om het leven komen, omdat ik te lang zou twijfelen welke ik mee moet nemen. De mappen met oude negatieven of de nieuwe usb-sticks?”

5. Welke wijze les zou je geven aan je jongere zelf?

“Dat ik bij het nemen van belangrijke beslissingen, als ik knopen moet doorhakken, eerst de tijd moet nemen om alles te overzien. Even rustig nadenken over de consequenties.”

6. Welke serie kijk je om te ontspannen?

“Ik kijk graag naar Engelse detectiveseries als Midsomer Murders en Lewis. Niet zozeer vanwege het verhaal, want dat is toch vaak hetzelfde, maar vanwege de schitterende omgeving. Ik kijk ook naar Netflix, bijvoorbeeld naar Wednesday, een serie van mijn favoriete regisseur, Tim Burton.”

7. Wie is jouw grote voorbeeld en waarom?

“Mijn vriendin. En wel hierom: om te beginnen omdat ze het bij mij uithoudt. Maar ook omdat ze nooit opgeeft. Ze heeft het niet altijd makkelijk gehad, maar ze heeft een enorme wilskracht en laat zich daarom niet stoppen. Dat gold eigenlijk ook voor mijn ouders. Die hadden het ook niet altijd makkelijk, maar hebben zich er nooit onder laten krijgen.”

‘De mensheid gaat op het moment aan zichzelf ten onder en wij maken ons druk of we daarvoor wel de juiste woorden gebruiken’

8. Waar krijg je een kort lontje van?

“Dat heb ik niet echt, ik ga best vrolijk door het leven. Bij mij geen woede-uitbarstingen met glazen tegen de muur. Al kan ik me wel enorm ergeren aan de hedendaagse hypercorrectheid in de samenleving, aan de excuus- en cancelcultuur. De mensheid gaat op het moment aan zichzelf ten onder en wij maken ons druk of we daarvoor wel de juiste woorden gebruiken.”

9. Wat moet er echt anders aan de universiteit?

“Mijn vriendin zegt: alles. Zelf denk ik dat er meer mogelijkheden moeten zijn voor mensen die goed onderwijs kunnen geven. Die moeten meer kansen hebben om hogerop te komen. En er moeten ook meer docenten zijn die grote vakken kunnen geven, hoorcolleges en werkcolleges, in plaats van weer een nieuwe bijzondere hoogleraar die een bijvak geeft. De aandacht gaat nu vooral naar onderzoek, dat is natuurlijk ook belangrijk, maar dat is onderwijs ook. Er moet meer een balans zijn tussen onderzoek en onderwijs.”

10. Wat is het vreemdste dat je ooit hebt meegemaakt in een collegezaal?

“In mijn eerste jaar als docent ging ik naar een ochtendgroep om kwart voor negen. Toen ik de zaal binnenkwam zag ik dat die helemaal versierd was. Er stond ook een glas Verboden Vrucht, dat is bier van 8%, ingeschonken voor mij. Dat was als dank omdat de studenten het een leuk vak gevonden hadden. Terwijl ik nooit ontbijt, moest ik dat glas wel even leegdrinken. Ik kreeg ook nog andere flessen bier om mee te nemen. Na dat college liep ik rond met een licht hoofd en rammelende flessen in mijn tas en werd opgewacht door het hoofd van mijn vakgroep die mij aan een nieuwe collega wilde voorstellen.”

11. Wat doe je tijdens de vakantie?

“Een mix van cultuur en chillen en ouzo. Het is altijd een combinatie, de ene dag een mooie excursie en de andere dag zitten we in de zon en drinken een glas wijn. We gaan vaak naar Griekenland. Daar heb je tempels en mooie oude kerken. En ook lekker eten en lekker drinken, dat moet er zeker bij.”

12. Eerstejaarsstudenten of masterstudenten?

“Allebei eigenlijk, de afwisseling is leuk. Het is een hele uitdaging om bij het vak rechtsgeschiedenis vijfhonderd eerstejaars in je grip te krijgen, geboeid te krijgen. Bij de masterstudenten hoeft dat niet meer, die hebben ervoor gekozen omdat ze het leuk vinden. Dat is meer ontspannen, het is ook een veel kleiner groepje. Toch blijft het prachtig om op te treden voor 500 bachelors. Optreden, zo noem ik dat. Het laatste college sluit ik altijd af met een buiging. Vaak krijg ik dan een applausje, maar dit jaar was het zelfs een orkaan van klappen en juichen.”

13. Nooit meer werken of nooit meer vakantie?

“Nooit meer werken. Daar moet ik bij zeggen: ik ben 63, dus ik hoef niet heel lang meer…”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.