Alex: ‘Ik ben allergisch voor veranderingen’
Alex (66) is een geboren en getogen Tilburger. Zijn appartement in de Munttorenflat betekende voor hem een nieuw begin. Twee keer per week beheert hij ‘Het Muntje’, een gemeenschapsruimte waar buurtbewoners een kopje koffie drinken en een praatje maken.

Hoe ziet een gemiddelde dag eruit voor jou?
‘Als ik ‘s morgensvroeg opsta kruip ik vaak eerst achter mijn laptop. Of ik maak dingen met garen, zoals satéstokjes waar je gekleurde draad omheen kan spannen. Soms ben ik daar een halfuurtje mee bezig, soms wel drie uur. Verder kijk ik tv en ik slaap veel. Door geestelijke en lichamelijke klachten, waaronder een pacemaker en slaapapneu, kan ik tegenwoordig wat minder doen op een dag.’
Was dat ooit anders?
‘Vijfendertig jaar lang heb ik voor een groot elektronicabedrijf gewerkt, maar dat is in 2011 failliet gegaan. Daar deed ik allerlei verschillende klusjes. Mijn laatste job was verschillende filialen bevoorraden met bijvoorbeeld balpennen, sponsjes en prijskaarthouders. Na twee jaar verlies draaien hoorde ik op een middag: ‘Je hoeft morgen niet meer te komen.’ Dat geloof je eerst niet. Ik ben allergisch voor veranderingen, dus dat was een lastige tijd voor mij.’
Wie zijn onze buren?
Wie vanaf station Tilburg Universiteit naar de campus loopt, komt steevast langs een drietal grote flats. Ze liggen direct naast het spoor en zijn alle drie gebouwd in 1961 door woningbouwcorporatie Tiwos. De bewoners zijn de directe buren van Tilburg University. Univers vroeg zich af wie die buren eigenlijk zijn en hoe zij het wonen naast de steeds groter wordende kennisinstelling ervaren. Dit zijn hun verhalen.
Hoe ben je op deze plek terechtgekomen?
‘Ik ben een hoarder geweest, een echte hoarder. Ik verzamelde heel veel spullen en overal lagen lege magnetron verpakkingen. Op een gegeven moment moest ik mijn huis uit. Omdat ik kort daarvoor mijn vader en broer verloor, kreeg ik de kans om een nieuwe start te maken. In een nieuwe omgeving. Dat werd de Munttorenflat.
‘Nu heb ik begeleiding. Een hulp in de huishouding en een persoonlijk begeleider. Ook sta ik onder vrijwillige bewindvoering. En dat is heel erg tof. De vaste inkomsten en uitgaven worden geregeld, en ik krijg een bepaald bedrag aan leefgeld. Als ik een keer extra geld nodig heb voor iets duurs, dan kan ik dat vragen of declareren. Laatst heb ik vakantiegeld gekregen en daarvan heb ik Skechers gekocht.’
Bevalt het wonen hier?
‘Ik heb het hier naar mijn zin. Ik woon op de eerste etage, een appartement met een ruime woonkamer en twee slaapkamers. Je zit dicht bij de supermarkt op het Professor de Moorplein en ook de Westermarkt is in de buurt. Met de trein en de bus ben ik zo in de stad. Ik heb geen partner, geen kinderen en geen hond die aan mijn hoofd zitten te zeuren. Ik heb mijn natje en mijn droogje en kan doen en laten wat ik wil.’
‘Aan het geluid van het spoor ben ik gewend geraakt. Als je de ramen en deuren dichthoudt hoor je weinig. Als het doodstil is hoor ik weleens de goederentrein, maar ik heb er helemaal geen last van.’
Hoe is de sfeer in jouw flat?
‘De buren waar ik het meeste contact mee heb zijn de Syriërs die hier in 2020 zijn komen wonen. Even groeten en een praatje maken. En er is een buurvrouw die mij na de operatie voor een pacemaker een beetje in de gaten houdt. Met haar beheer ik ook ‘Het Muntje’. Dat is een omgebouwde garagebox hier onder in de flat, waar buurtbewoners twee keer per week koffie kunnen drinken.’
Wie komen er zoal naar Het Muntje?
‘Buurtbewoners en soms een verdwaalde gast. Meestal is het de oudere generatie die komt binnenwaaien, om een beetje onder de mensen te zijn en te praten.
‘We zijn op dinsdag- en vrijdagmiddag open. Meestal komen er vier á vijf mensen. We bespreken van alles. Ook met problemen kun je hier naartoe. Om de twee weken komen er wijkpartners zoals Contour de Twern, de gemeente, boa’s of politie. Aan hen kun je dan vragen stellen.’
De universiteit als buur, hoe bevalt dat?
‘Ik vind het wel leuk, die stroom ‘mieren’ die iedere dag uit de trein richting de campus loopt. Zelf kom ik er bijna nooit. Vroeger ging ik nog weleens in de Mensa eten. Toen kon je een daghap krijgen voor iets van 5 euro. Maar nu denk ik: ‘Doei, ik kan voor die 5 euro veel goedkoper thuis eten.’
‘En voor de opening van de kubus, de Cube noemen jullie dat, kregen we een uitnodiging om te kijken hoe het allemaal ingericht was. Daar ben ik met een paar buurtbewoners gaan kijken.’
Blijf je hier voorlopig wonen?
‘Jazeker, tenzij ze de boel afbreken. Daar is wel sprake van. Dan komen er nieuwe flats maar die zijn kleiner. Als ik eruit moet, dan blijf ik ook weg. Anders moet je twee keer verhuizen, eerst naar een tijdelijke huisvesting en dan weer terug naar de nieuwe flat. Als ik jonger was dan zou dat nog gaan. Maar zo alleen? Nee dan ga ik ergens anders wonen.’